Geen bijzonder obstakel
Klinkt allemaal prima zou je denken, maar ziet het er ook een beetje leuk uit? Nou en of. Ten opzichte van de voorganger zijn de wijzigingen niet schokkend, maar voldoende om de Outback fijner op het netvlies te laten liggen. Met name het nieuwe front oogt een stuk gladder en minder geforceerd. En hoewel de wielbasis gelijk is gebleven, lijkt de Outback dankzij het bredere en langere koetswerk aanzienlijk beter geproportioneerd. De vreemde bolle wielkasten zijn verdwenen en ook de achterlichten hebben een fraaiere vorm gekregen. Al met al een flinke visuele vooruitgang ten opzichte van generatie vijf.
In Nederland zijn de voordelen van een hoog-op-de-poten-model op één hand te tellen, maar zodra je de landsgrenzen passeert, is het best fijn om in een hogere auto te zitten. Met name de aanvullende grondspeling en grote aanloophoeken maken de Outback tot een ideale reisgenoot in ruwer terrein. Wie de gebaande paden in de Ardennen verlaat, zal niet snel op een steil heuveltje of gravelpad vastlopen. De extra centimeters speling maken het verschil tussen wel of niet over de grond schrapen. De lange veerwegen slokken grove oneffenheden prima op en met X-Mode geactiveerd ploegt de Outback zelfs door mul zand heen. Met een Volkswagen Passat Variant of Audi A4 Avant zou je dat soort fratsen wel uit je hoofd laten, maar voor de Subaru vormt het geen bijzonder obstakel.